Bieten zijn erg geschikt om te voeren aan je paard. Paarden vinden bieten vaak ook erg lekker om gevoerd te krijgen. Wel zijn er een aantal aandachtspunten om rekening mee te houden bij het voeren van bieten aan paarden.
Suikerbieten voeren
Suikerbieten vinden paarden er sappig en smakelijk. Deze biet is alleen niet geschikt om te voeren aan paarden als ze rechtstreeks van het land komen. Suikerbieten bestaan voor 20% uit suiker en dit is teveel voor paarden. Teveel suiker bij paarden kan leiden tot diabetes. De paarden worden resistent voor insuline (dit is het hormoon dat glucose verwerkt in het lichaam) en kunnen daardoor eerder hoefbevangenheid oplopen. Sommige paarden krijgen gaskoliek van teveel suiker, omdat de darmen de overdosis aan zetmeel omzetten in suiker. Daarnaast is suiker net als bij mensen slecht voor het gebit.
Bij de productie van suiker wordt de suiker van de biet gescheiden, hierbij houd je dus als restproducten bietenpulp en melasse (suikerstroop) over.
De bietenpulp kun je wel aan de paarden geven. Let hierbij wel op dat je aan paarden bietenpulp alleen in geweekte vorm mag geven om verstoppingen te voorkomen.
Bietenpulp
Bietenpulp is een restproduct van suikerbereiding uit suikerbieten. Paarden vinden bietenpulp meestal erg lekker omdat de perspulp nog een beetje suiker bevat.
Het eiwitgehalte in bietenpulp is vrij laag en het calciumgehalte hoog. Het bijzondere van bietenpulp is dat het pectine bevat, een bepaalde vezel. Pectine is een complex koolhydraat dat de enzymen in de dunne darm niet kunnen verteren, maar de bacteriën in de blinde darm kunnen deze snel en gemakkelijk afbreken. Dit type vezel stimuleert de groei van de zogenaamde goede bacteriën. Voor paarden met een slechte darmflora (alle bacteriën in de darm) kan het dus een prima aanvulling op het rantsoen zijn.
Bietenpulp heeft bij een aantal mensen een slechte naam gekregen doordat het in gedroogde vorm veel ellende kan veroorzaken. Gedroogde bietenpulp neemt veel water op en het doet dat in korte tijd. Al tijdens het kauwen zwelt bij de paarden de bietenpulp en na het doorslikken kan het in de slokdarm verstoppen. Een slokdarmverstopping moet snel verholpen worden en dit is niet altijd eenvoudig. Droge bietenpulp aan paarden mag dus nooit gevoerd worden.
Aan paarden kun je bietenpulp het beste voeren door het eerst met een ruime hoeveelheid water te weken, ongeveer 5 liter water voor 1kg droge pulp. Laat de natgemaakte pulp niet langer dan 12 uur staan om te voorkomen dat het bederft en onsmakelijk wordt voor het paard. Als een paard aan bietenpulp gewend is, mag een paard 1-2kg (droge) bietenpulp per dag hebben.
Voederbieten
Aan paarden kunnen voederbieten rechtstreeks van het land gevoerd worden. Het zand moet wel van de bieten verwijderd worden voordat het aan paarden gevoerd wordt, om zandkoliek te voorkomen.
Voederbieten bevatten voornamelijk vocht en een beetje suiker. Voederbieten zijn voor paarden dus eerder een maagvulling dan dat de paarden er energie uit halen. Door het vele vocht is het beter niet te veel voederbieten aan paarden op een dag te geven om waterige mest te voorkomen, 4 à 5 per dag. Wanneer de mest te dun wordt is het verstandig om het aantal per dag te verkleinen.
Een voederbiet kan aan paarden in zijn geheel gegeven worden zodat de paarden er een tijdje zoet mee zijn, de voederbieten zijn voor paarden namelijk lastig kapot te krijgen.